- Wat regelt de binnenvaartwet?
- Het stelt eisen aan de bestuurders, de techniek en de inrichting van de schepen in
het algemeen. Daarnaast worden eisen gesteld aan de overige bemanningsleden en
de ondernemers van de schepen die zich bezighouden met het bedrijfsmatige
vervoer over de binnenwateren.
- Schepen die levensmiddelen willen vervoeren moeten voldoen aan een code/certificering.
Welke is dit?
- Hygiënecode binnenvaart
- GMP+ (Good Manufactury Practice) is een kwaliteitsborgingsysteem, dat
geldt voor de gehele voedselketen. Dus ook vervoerders
- GMP+ B4 Transport
- Doel is preventie, beheersing en registratie
- Het CMNI-verdrag beschrijft de rechten en verplichtingen tussen partijen die met elkaar een
overeenkomst aangaan. (Verdrag van Boedapest) Welke onderwerpen worden hierin
geregeld? Noem er drie.
- Rechten en plichten van partijen (vervoerder, onder-vervoerder, afzender,
geadresseerde) bij vervoersovereenkomst
- Vervoersdocumenten (waaronder CMNI-vrachtbrief en cognossement)
- Beschikkingsrecht over goederen
- Aansprakelijkheid afzender
- Aansprakelijkheid vervoerder
- Welk document moet worden ondertekend nadat je geladen hebt, voor een reis van
Amsterdam naar Duitsland?
- Cognossement
- Een Nederlands schip laadt gasolie in Rotterdam Europoort. De lading is bestemd voor een
Birsfelden (Zwitserland). Over welk soort vervoer hebben we het hier?
- Transitovervoer
- Wat houdt een CEMT-klasse in?
- De binnenvaart is in Europa opgedeeld in zogenaamde CEMT-klasses om de
afmetingen van vaarwegen in West-Europa op elkaar af te stemmen. De
klassenindeling is bepaald door de Conferénce Européenne des Ministrés de
Transport (vandaar de term CEMT-klasse)
- Tijdens je reis krijg je te maken met ecologische en economische omstandigheden. Wat voor
gevolgen kan dit hebben voor het vaarplan?
- Ecologische omstandigheden kunnen zijn:
- Aanpassen vaarsnelheid (bijvoorbeeld voor Rotterdam stad)
- Varend ontgassen verboden
- Geen stoffen overboord gooien
- Vervanging motoren door nieuwe milieu eisen (Biodiesel / Stage V / Elektrisch /
Waterstof)
- Verplichting walstroom gebruik
- Economische omstandigheden kunnen zijn:
- Vervoersprijs daalt / stijgt
- Personeelskosten stijgen
- Waterstanden wisselen – meer / minder lading meenemen
- Te kort aan ligplaatsen / liggeld stijgt
- Gevolgen kunnen zijn: langer onderweg van A naar B; andere route moeten kiezen;
ontgassen om walinstallatie; op waterstand laden.
- Je vaart op een schip dat de exploitatiewijze A1 hanteert. Wat zijn de gebruikelijke
vaartijden?
- RPS art. 3.10 Exploitatiewijzen
A1 is maximaal 14 uur per dag. Eénmaal per week mag dit 16 uur zijn, indien de
vaartijd kan worden aangetoond met de registratie van een goed functionerende
tachograaf.
- In steeds meer havens moeten schepen verplicht walstroom aansluiten en mag de generator
niet meer worden gebruikt. Wat wordt als uitgangspunt genomen voor de capaciteit voor de
binnenvaart?
Richtlijn walstroom binnenvaart:
- Geschikt voor huishoudens > netaansluiting 400V, 63A, 50Hz
- Niet geschikt voor lading, zoals reefers
- Je bent schipper aan boord van een motorvrachtschip. De reis gaat van Amsterdam
(Nederland) naar Duisburg (Duitsland). Welke aangewezen overnachtingshavens kom je tegen
op het Nederlandse gedeelte van deze reis (Waal)?
- IJzendoorn
- Lobith + Spijk (nieuw)
Let op! Overnachtingshaven Haaften ligt niet op deze route. Kijk dus naar de opgegeven
route! Voorhaven Tiel mag niet (meer) overnacht worden.
- Je maakt met een tankschip een reis van Moerdijk > Antwerpen > Luik.
- Welke sluizen passeer je? Noem er tenminste drie.
- Welke vaarwegen passeer je? Noem er tenminste drie.
- Wat is de maximale toegestane brughoogte op dit traject, volgens PCNavigo?
Sluizen: Vaarwegen:
Volkeraksluizen Centrale insteekhaven Moerdijk
Kreekraksluizen Zuid Hollandsch Diep
Sluizen Wijnegem Hollandsch Diep
Sluis Olen Volkerak
Sluis Kwaadmechelen Schelde-Rijnverbinding
Sluis Hasselt Antwerpse Haven
Sluis Diepenbeek Albertkanaal
Sluis Genk Maas/Meuse (België)
Maximaal toegestane hoogte is 6.70m
- Voor het laden teken je met winst en verlies. Noem twee factoren die meespelen!
- Er zijn nog ladingsresten aan boord. Je laadt of lost meer of minder dan in de
meetbrief staat.
- Er is bv een nieuwe zwaardere autokraan aan boord, zwaardere auto, meer
privéspullen.
- Er is een oude motor vervangen door een zgn. snelloper die minder gewicht heeft.
- De oude ijzeren luikenkap is vervangen door een nieuwe aluminium luikenkap.
- Wat houdt de Akte van Mannheim in? Noem twee items.
- Vrijheid van scheepvaart van Zwitserland tot zee
- Vrijstelling van belastingen (tol)
- Vereenvoudiging van douaneafhandeling
- Verplichting landen om de vaarwegen te onderhouden en te verbeteren
- De waterstanden van Eijsden (Maas) is 4441. Van Lobith is 823. Ten opzichte van welk
referentievlak worden deze waterstanden gemeten ?
- NAP (OLR = fout)
- Om een reis per binnenvaartschip voor te bereiden raadpleeg je verschillende bronnen. Ga
naar www.vaarweginformatie.nl. Zoek de volgende zaken op:
- VHF-kanaal en bedieningstijden Ramspolbrug op zondagen.
Document: Bedieningstijden bruggen en sluizen in Nederland
Bediening op zondag 09:00-20:30u VHF 20
- De afmetingen van de sluiskolk Spooldersluis te Zwolle
Document: vaarwegen in Nederland
Afmeting Spooldersluis 142 x 14 m
- Je bent schipper aan boord van een motorvrachtschip. De reis gaat van Amsterdam
(Nederland) naar Duisberg (Duitsland).
- Hoe kan je te weten komen wat de maximale toegestane vaarbare diepgang is op het
Nederlandse gedeelte van de reis (Waal)? Noem er twee.
- Aan de hand van de waterstanden traject Millingen – Loevestein in relatie tot
OLR
- Minst Gepeilde diepte (RWS)
- Met hoeveel diepgang mag ik varen als de MGD 280 cm is?
Precies 280 cm
- Op de Waal wordt een Minst Gepeilde Diepte (MGD) afgegeven van 330 cm.
- Met welke diepgang mag ik met mijn binnenvaartschip van 110 m varen?
Als MGD 330 cm is mag je hier ook met een diepgang van 330 cm varen.
- Hoe kom ik te weten op welke locatie deze MGD is gepeild?
Verkeerspost Tiel verzamelt de locaties van de MGD. Daar kun je opvragen waar deze
is gepeild.
- Aan boord werk je met verschillende type mensen. Op basis van welke kenmerken worden er
vooroordelen of vooringenomenheid over mensen gemaakt? Noem er twee.
- Vooroordeel op basis van uiterlijk (blank/donker/haardos etc.)
- Vooroordeel op basis van stem (dialect)
- Vooringenomenheid op basis van afkomst (buitenlandse werknemer).
- Aan boord van je schip werkt een Filipijnse matroos. Jij bent schipper en loopt samen met
hem de wacht. IN de sluis neem je de wacht over van de 1e kapitein. Je mag de sluis uitvaren
(lichten staan op groen). Wat zeg je tegen deze matroos in het Engels om het steekeind lost te
gooien.
Leck-Go (Lets-Go)
- Een schip met afmeting 86 x 9.6 x 2.81 m (l x b x h) is uitgerust volgens de standaard S2 en
vaart volcontinue. De bemanning vaart het systeem 14 op 14 af, in exploitatiewijze 8. Geef
aan wat de minimale bemanningsreis is voor deze exploitatiewijze. Motorschip niet zijnde
een bunkerschip art. 3.19?
- RSP artikel 3.15. Of via bemanningssterkte. 2 x schipper en 1 matroos en 1
lichtmatroos.
- Je bent met je schip aangekomen op een losplaats, daar bestaat de oever uit een talud. Hoe
regel je dat de bemanning veilig van en aan boord kan komen?
- Met behulp van een bijboot
- Stevige loopplank, afhankelijk van de afstand. Met scepters. Denk aan vastmaken.
- Eventueel een trap.
Let op! Zwierboom wordt (bijna) niet meer gebruikt.
- Zie afbeelding van een zogenaamde ‘Franse motor’ (Type schip) Noem twee eigenschappen
van dit schip.
- Snel schip
- Kan weinig tonnen meenemen, in verhouding tot zijn lengte
- Bij belading zakt voor- en achterschip sneller in dan ‘vol’ schip.
- Als twee geladen schepen van elk 110 x 11.45 x 3.00 m elkaar ontmoeten in het Prinses
Margrietkanaal. Wat gebeurt er als beide voorschepen naast elkaar zijn?
- Dan worden deze van elkaar weggeduwd
- Zie afbeelding. Een geladen schip vaart door deze brug met betonnen pijlers. Wat gebeurt er
als je tussen de pijlers bent?
- Het schip ondervindt negatieve stroom langs het schip (het water stroomt sneller van
het voor-naar het achterschip, omdat het een versmalling is.
- Ook de waterspiegel daalt.
- De meeste vrachtschepen gebruiken gebinten. Wat is de functie van een gebint?
- Opvangen van dwarsscheepse spanning bij het schip.
- Je vult op een tanker als eerste de voorste tank. Wat kan er gebeuren met het schip?
- Er ontstaat langsscheepse spanning: het voorschip zal meer gaan inzinken. Hierdoor
gaat het schip “opladen”. Dit moet zoveel mogelijk voorkomen zien te worden. Het
schip kan hierdoor plooien of breken.
- Wat is de functie van het aanvaringsschot? Noem er twee.
- Waterdichtschot bij aanvaring
- Extra dwarsverband
- Je vaart op een motortankschip met 5 centertanks. Wat zijn centertanks?
- Centertanks zijn tanks die in het tankschip geplaatst zijn in het midden van het schip.
Een cementtanker in een voorbeeld hiervan.
- Wat gebeurt er als je eerst de voorste centertank vollaadt met de constructie van het
tankschip?
- Het voorschip zakt in en daardoor ontstaat een langs-spanning op het schip.
- Je bent met je schip op de werf. Bij de eerste inspectie van het vlak en de schroef zie je
allemaal kleine putjes in je schroef. Hoe noemen we dit verschijnsel?
- Cavitatie
- In het aanvaringsschot (voor) en achterpiekschot van het schip zijn stalen deuren
aangebracht. Is dit toegestaan? Verklaar het antwoord.
ES-TRIN, H3, artikel 3.03, lid 5
- In het aanvaringsschot (voor) mag geen deur worden aangebracht.
- Deuren in het achterpiekschot zijn alleen toegestaan, indien door middel van
afstandsbewaking in het stuurhuis kan worden vastgesteld of zij gesloten dan wel
geopend zijn en indien aan beide zijden goed leesbaar het volgende opschrift is
aangebracht: “Deur steeds onmiddellijk na het openen weer sluiten”.
- Je bent schipper op een geladen vrachtschip zonder luiken. Tijdens de reis van Hansweert
naar Terneuzen moet je de Westerschelde oversteken. Het is hoogwater. Het KNMI geeft een
waarschuwing met een windkracht van 8 Beaufort zuidwest en windstoten tot wel 100 km/h.
Ga je wel of niet de oversteek maken en leg uit waarom?
- Ik ga geen oversteek maken, redenen:
- Open schip
- Hoog water, geen zandbanken die droog liggen
iii. Windkracht 8 Bft is behoorlijk stormachtig met stoten tot windkracht 10 (100
km/h).
- ZW ongunstige hoek, ook bij het invaren Terneuzen (dwarse golven)
- Een storm duurt meestal niet langer dan 12 tot 24 uur. Beter iets later aankomen,
dan helemaal niet.
- Je wilt de oversteek maken van Hansweert naar Terneuzen met een Dortmunder met een
Friese luikenkap (aluminium) en een vrijboord van 1,5 meter. Noem twee punten die zorgen
voor de waterdichtheid van het schip tijdens de oversteek.
- Dortmunder (67 x 8.20m)
- Zorg dat de luiken dicht zijn en gekneveld of met spanbanden vastgezet
- Zorg dat alle mangaten, luiken, ramen en deuren gesloten en gekneveld zijn.
- Je vaart op een tankschip dat is uitgerust met één hoofdmotor en rechtse schroef. Aan welke
kant (SB of BB) leg jij bij voorkeur aan? Motiveer je antwoord.
- Het liefst leg ik aan BB aan. Bij het aanschieten onder een hoek naar de kade sla ik
achteruit en door het wieleffect trekt het achterschip naar BB. Zo kom ik eenvoudig
recht voor de kade te liggen.
- Je vaart op de Waal in de opvaart met een geladen vrachtschip van 86m lengte. Je ligt op
waterstand geladen voor Mannheim. Tijdens deze reis valt de AIS uit. Wat moet je doen?
- Proberen deze te resetten/herstarten
Lukt dit niet:
- Dan autoriteiten waarschuwen en toestemming vragen om door te varen naar
eestvolgende laad/losplaats. Lukt dit niet binnen 48 uur dan stil gaan liggen en eerst
reparatie laten uitvoeren.
- Wees extra alert, omdat andere schepen je niet zien op hun ECDIS.
- Als je begint met de reis en de AIS werkt niet, mag je niet vertrekken.
- Om tijdens het lossen de stabiliteit te garanderen en het knikken van het schip te voorkomen
kun je twee hulpmiddelen gebruiken. Welke twee hulpmiddelen?
- De ijkmerken, door het opmeten van deze ijken weet je hoe het schip erbij ligt.
- Beladingsmeter. Sensoren zijn aangesloten op de 6 ijkmerken en geven precies aan
hoe het schip erbij ligt.
- Clinometer aflezen/in de gaten houden. (is slagzijmeter)
- Je krijgt op het Hollandsch Diep een storing. Je roeren functioneren niet meer. Welke
mogelijkheden heb je?
- Overgaan op de noodbesturing/installatie
- Kopschroef aanzetten en hiermee sturen
- Zo nodig buiten de vaargeul een geschikte ankerplaats zoeken
- Een collega vragen of hij je kan meenemen tot een geschikte ligplaats waar de
reparatie kan worden uitgevoerd.
- Je bent schipper op een hotelpassagiersschip. Aan boord zijn 105 passagiers en 8
bemanningsleden. Een hotelpassagiersschip heeft een meldplicht. Waar en hoe moet je je
melden?
- RPR art. 12.01 Melden riviergedeelten:
- Van Bazel (Mittiere Rheinbrücke, km 166,53) tot Gorinchem (km 952,50) en
- Van Pannerden (km 876,50) tot Krimpen aan de Lek (km 989,20)
- De hieronder bedoelde gegevens ook bij de passage sluizen en meldplaatsen
aangeduid met teken B. 11.
- Indien casco bekend is hoeft er geen lengte en breedte en soort vaartuig te worden
opgegeven. Verder: naam schip; aantal personen aan boord; actuele diepgang;
bestemming.
- Je bent schipper op een motorvrachtschip. Na het laden van consumptierijst geeft de
ladingcontroleur aan dat de gemiddelde temperatuur van de lading 45°C is. Dit kan leiden tot
broei. Welke maatregelen kan je nemen op broei te voorkomen?
- Ventileren, zonder dat de rijst nat kan worden
- Continue temperatuur meten, tijdens de reis (automatische sensor?)
- Lijst met nood losplaatsen voorbereiden op de route voor het geval een noodlossing
nodig is
- Lijst met hulpdiensten klaarleggen
- Noem drie aspecten die zorgen voor een veilige ladingszone tijdens het lossen op een tanker.
- Er is een tweede vluchtweg aanwezig waardoor je bij eventuele brand van boord
kunt. Bijvoorbeeld bijboot hangt al overboord/in het water.
- Er is een aardverbinding aangesloten met de wal om te voorkomen dat er spontaan
vonkvorming kan plaatsvinden.
- Open vuur en rookverbod.
- Zuurstof meten.
- Voldoen aan de voorschriften van ADN / invullen controleformulier.
- Welke gegevens moet je melden in BICS als je gaat vertrekken met een tanker geladen met
2000 ton benzine?
- Diepgang, aantal bemanningsleden, geladen tonnen, bestemming en vertrektijd + 1 x
blauwe kegel.
- Een binnenvaart vrachtschip moet een container met ADN vervoeren. Waar kan je vinden of
dit is toegestaan?
- Antwoord: ES-TRIN Bijlage 3: certificaat van onderzoek onder nummer 9 of certificaat
van goedkeuring.
- Je ziet hier een afbeelding van de belading (stuwplan) van een containerschip, uit een
geautomatiseerd stabiliteitsprogramma. Beantwoord de volgende vragen over deze
afbeelding:
- Vr. Wat kun je concluderen aan de hand van de diepgang?
- Vr. De dode hoek is kleiner dan 250m. Moet dit schip met werkende radar en
camera’s voorop varen?
- Antw. Het schip ligt stuurlastig. Achter dieper dan voor.
- Antw. Nee, alleen met een dode hoek door de lading tussen de 350 – 500 m
(RPR/BPR art. 1.07)
- Jij bent als stuurman door de kapitein aangewezen als verantwoordelijke voor de gehele
belading op een droge lading schip. Hoe kun je aantonen dat je de beladen stof mag laden?
- Bij levensmiddelen en diervoerder: Hygiëne code binnenvaart (GPM+) Laadruimte
Compartiment Inspectie (LCI).
- Bij gevaarlijke stoffen: Dit staat in het Certificaat van Goedkeuring (C.v.G.) in geval van
ADN-goederen.
- Wat regelt de hygiënecode?
- Vervoeren producten/lading zonder de voeder- en voedselveiligheid in gevaar te
brengen.
- Het laadruim van jouw schip heeft een inhoud van 1950m3 en is uitgerust en onderhouden
volgens de hygiënecode 2021. De lading omvat los gestorte consumptierijst met een
dichtheid van 0,71 g/cm3. ( 1 liter rijst weegt 710 gram) De luikenkap is van goede kwaliteit
en waterdicht. Consumptierijst moet droog vervoerd worden. Volgens de meetbrief heeft je
schip met 1600 ton lading een gemiddelde diepgang van 2,70 meter. Je gaat het schip laden.
Bereken hoeveel gewicht rijst je maximaal kunt laden.
- Formule: Volume = tonnage / s.g. (Soortelijk Gewicht)
Verhouding schip: tonnage/m3 = 1600/1950 = 0,82 g/cm3. Dus bij een lading met s.g.
0,82 g/cm3 kan het schip 1600 ton meenemen.
De lading consumptierijst is echter 0,71 g/cm3, dus lichter en kan er minder
meegenomen worden.
Dus 0,71 x 1950 = 1384,5 ton wat er maximaal geladen kan worden.
- Je laadt het schip met staalrollen van 50 ton per stuk. Hierbij houd je rekening met de
stabiliteit en beladingstoestand van het schip. Geef aan wat je moet doen om deze lading
veilig te vervoeren.
- Puntbelasting voorkomen door kracht te verdelen met stuwhout
- Goed borgen met keggen
- Oxidatie (roestvorming op de rollenstaal) voorkomen.
- De beladingsmeter geeft een akoestisch signaal. Wat kan dit betekenen?
- Je belading is niet goed. Bijvoorbeeld doorgeladen (banaanvorm) of opgeladen
(kattenrug) of scheef over BB of SB.
- Handel direct. Stop het laden.
- De beladingmeter van het schip is defect. Hoe kun je handmatig toch weten hoeveel het
schip geladen op dat moment?
- Je gaat met de duimstok de zes ijkmerken aan boord opmeten. Deze tel je bij elkaar
op en deelt door zes. Dan weet je de gemiddelde diepgang. Aan de hand van de
meetbrief kun je dan uitrekenen hoeveel lading er in het schip is op dat moment.
- Door de ijkmerken met elkaar te vergelijken kun je ook vaststellen of het schip OP of
DOOR geladen is.
- Je moet cellulose gaan laden met een droog ladingschip. De lading past niet geheel in het
laadruim. Je krijgt een bovenlast van 30 ton. Waar moet je nu rekening mee houden? Noem 2
punten.
- Voor het behoud van de kwaliteit van de lading moet deze afgedekt worden.
- Stabiliteit komt in gevaar als er veel lading “boven” de den uitsteekt. Zeker als deze
ook nog eens nat wordt.
- Zorg voor een goed zicht tijdens het navigeren.
- Deze vraag gaat over de laadprocedure. Maak een laadplan (beladingsvolgorde) voor het
laden van ijzererts.
- Kan het schip de lading van ijzererts (750 ton) onder luiken laden of juist niet?
Motiveer je antwoord.
- Is dit schip een goede of een slechte berger?
Antwoord:
- Beladingsvolgorde, indien je het schip niet kent. Hoe gedraagt het zich> is het vol of
geveegd?
- Ruimen 6 – 4 – 2 helft van de te verwachten volume. Daarna 7 – 3 – 1 helft te
verwachten volume: Daarna op de ijken afladen.
- Het schip kan de lading 750 ton wel onder de luiken laden. (2.279 ton / 750 ton = wat
neer zou komen op een SG van 3.038 kg/m3. SG ijzererts is zwaarder: 3.330 kg/m3)
- Een slechte berger (2.279/2345m3 = 0.93 kg/m3). Meeste schepen dragen rond de
0.70 kg/m3.
- Je bent schipper op een vrachtschip van 135m lengte. Het schip is geladen met containers.
Via je beladingsmeter zie je de volgende getallen (uitwatering). Welke conclusies zijn hieruit
te trekken? Noem er drie.
Uit deze tabel kunnen we concluderen:
- Het schip ligt ‘opgeladen’. Voor en achter dieper geladen dan in de midden.
- Het schip ligt scheef over SB
- Gemiddelde uitwatering is : 10.5 cm
- Het opgeladen schip is onderhevig aan ‘ladingsspanning’
- Van welke natuurkundige wet maakt een elektronisch beladingsmeter gebruik?
- Wet van Archimedes >> De opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof of gas
ondervindt, is even groot als het gewicht van het verplaatste volume aan vloeistof of
gas.
- Tijdens het belading van je schip constateer je dat je vóór en achter dieper komt te liggen.
- Dit betekent dat je “opgeladen” bent. Je voor en achterschip liggen dieper dan het
middenschip. Hierdoor ontstaan langs-spanningen. Om deze te voorkomen kun je OF
lading uit het voorruim en achter-ruim laten halen, of... als er nog ruimte is, en je
bent nog niet afgeladen, meer lading in het midden-ruim laden, waardoor het schip
weer recht geladen is.
- Wat wordt verstaan onder een reefer?
- Een reefer is een container waarbij de temperatuur te controleren is. Deze kan koelen
of vriezen tot -18 graden. Er zijn ook reefers die verwarmen, bijvoorbeeld voor
bepaalde chemische producten.
- Deze opdracht gaat over een binnenvaart tankschip.
- Waarom mogen ladingstanks nooit 100% gevuld worden?
- Wat is de maximalen vullingsgraad van een tank?
- Bij welke vullingsgraad gaat het vooralarm af?
- Bij welke vullingsgraad gaat het overvulbeveiligingsalarm af?
Antwoord:
- Door warmte kan de lading uitzetten en bestaat de kans dat de tank overloopt.
- Maximale vullingsgraad is 95%
- Vooralarm is afgesteld op 86% (geel zwaailicht)
- Overvulbeveiligingsalarm gaat af bij 97.5% (rood zwaailicht)
- Je moet schroot laden. Noem 2 aandachtspunten.
- Goede verdeling (breed laden) tijdens het laden is belangrijk
- Stabiliteit van het schip in de gaten houden
- Er kan in schroot (maar ook in kolen) broei ontstaan en daardoor kan ladingbrand
ontstaan. Probeer condensvorming tegen te gaan en de lading aan boord te luchten.
- Deze vraag gaat over stabiliteit.
- Bereken de afstand van het zwaartepunt boven de kiel (KG’)/
- Zie afbeelding voor een deel uit het stabiliteitsboek van het schip. Mag het schip
vertrekken volgens deze tabel?
Antwoord:
- KG’ = 5451.4 / 1817.5 = 2.99 m – afgerond 3 m
- Ja, want volgens de tabel mag de KG zelfs 3.16m zijn.
Gewicht KG MT
Kracht x Arm = moment
617.5 2.02 1247.4
600 1.77 1062
400 4.37 1748
200 6.97 1394
Optellen + Deze NIET optellen Optellen +
1817.5 KG’ 5451.4 (dit getal)
1817.5 (gedeeld door
deze) = 2,99
- Het laadvermogen van jouw schip is 2.143 ton. Zie afbeelding.
- Wat is het dichtheidsgetal van je schip?
- Wat betekent dit getal als ik een lading met een dichtheid van 0.65g/cm3 wil laden?
Antwoord:
- 2143 ton / 2.800m3 = 0.76 g/cm3
- Dan kun je niet geheel afladen (tot onderkant ijkmerken) laden. [2800m3 x 0.65 g/cm3
= 1820 ton]
- Bereken hoeveel ton er geladen kan worden onder de luiken met de volgende parameters:
- Inhoud 1600m3: Massadichtheid 0.86 Kg/m3
Antwoord:
- Dichtheid = Massa / volume | 0.86 = massa / 1600, dus: 0.86 x 1600 = 1376 ton.
- Je bent schipper op een hotelpassagiersschip met 105 passagiers en 8 bemanningsleden. Voor
aanvang van de reis leg je aan de passagiers uit welke maatregelen gelden in geval van een
calamiteit aan boord. Hoe doe je dat?
- Op een centrale plaats aan boord. Bijvoorbeeld de lounge. D.m.v. filmpjes en
beeldmateriaal.
- Korte training met de volgende inhoud:
- Aandoen van reddingsvest
- Quiz maken met betrekking tot de veiligheid aan boord
RPR artikel 8.10, lid d: geven van veiligheidsinstructies.
- Wanneer er een alarm afgaat
- Aandoen van reddingsmiddelen, ook oefenen
- Wie de leiding heeft tijdens een calamiteit
- Waar de nooduitgangen en verzamelplaatsen zich aan boord bevinden
- Hulpbehoeftigen en anders talige in kaart brengen
- Wijzen naar het veiligheidsplan in elke hut
- Geen stoffen over boord gooien
- Deze vraag gaat over een hotelpassagierschip met 60 passagiers. Hoewel het
hotelpassagiersschip een vol continue bemanning heeft, besluit de schipper aan de Waalkade
in Nijmegen te overnachten. Voor het hotelpassagiersschip is er een toezicht- en controleplicht
bepaald.
- Leg uit wat je voor deze toezicht- en controleplicht moet doen.
- Hoe deel je dat in en organiseer je dat?
Antwoord:
- Elk uur een ronde lopen en bijhouden. Zodanig dat dit gecontroleerd kan worden.
- Indeling:
- 22.00, 23.00, 24.00u – schipper
- 01.00, 02.00, 03.00u – stuurman
- 04.00, 05.00, 06.00u – matroos 1
- 06.00, 07.00u – matroos 2
- Vertrek rond 08.00u
- Je bent schipper van een passagiersschip. Waar bestaat je veiligheidsorganisatie uit? Noem
drie punten.
- Veiligheidsplan
- Veiligheidsinstructie
- Veiligheidsrol
- Op een passagierschip, geschikt voor meer dan 12 passagiers (hotelschip), worden de volgende
ruimten aangewezen: verzamelruimten en evacuatieruimten. Beschrijf in je eigen woorden het
doel van deze ruimten.
ES-TRIN art. 1.01 Definities
- Verzamelruimten: ruimten op het schip die speciaal beschermd zijn en waar personen
zich in geval van gevaar zich moeten ophouden.
- Evacuatieruimten: deel van de verzamelruimten op het schip van waaruit een
evacuatie van personen kan worden gerealiseerd.
- Je bent schipper op een hotelpassagiersschip met meer dan 50 passagiers. Een brandalarm van
de kombuis gaat af. Je stuurt de matroos uit op verkenning. Er blijkt brand te woeden. Welke
instructies moet jouw bemanning aan de passagiers gegeven? Benoem minimaal twee
instructies.
- Schip veilig buiten vaargeul manoeuvreren en ankeren. Nog mooier zou zijn afmeren
waar hulpdiensten bij je kunnen komen. In elk geval moeten de hulpdiensten het schip
goed kunnen bereiken.
- Bemanning inlichten
- Algemeen brandalarm aanzetten (Whoop-alarm)
- Instructie geven of zelf blussen als dit veilig kan
- Veiligheidsplan in werking stellen
- Schipper (samen met Deskundige Passagiersvaart) heeft leiding in veiligheidsplan (RSP
art. 5.10)
- Passagiers dirigeren naar verzamel- en evacuatieruimten
- Reddingsvesten uitdelen aan passagiers
- Autoriteiten waarschuwen / melden locatie en dat brand aan boord is en evacuatie
gewenst is
- Indien mogelijk – rustig evacueren
- Waarop wordt het aantal leden veiligheidspersoneel gebaseerd op passagiersschepen?
Het aantal hulpverleners aan boord van passagiersschepen worden gebaseerd op (RSP art.
16.11)
- Bij schepen voor dagtochten: het aantal personen aan boord
- t/m 250: Deskundige voor de Passagiersvaart (1): EHV (1) (Eerste Hulp Verlener)
- meer dan 250: Deskundige voor de Passagiersvaart (1): EHV (2)
- Bij hotelschepen: aantal bezette bedden
- t/m 100: Deskundige voor de Passagiersvaart (1): EHV (1); Persluchtmaskerdrager (2)
- Meer dan 100: Deskundige voor de Passagiersvaart (1); EHV (2);
Persluchtmaskerdrager (2)
Op schepen voor dagtochten met een toegelaten aantal personen van niet meer dan 75 en op
stilliggende passagiersschepen mogen de functies van deskundigen voor de passagiersvaart en
eerstehulpverlener door één en dezelfde persoon worden waargenomen. In alle andere
gevallen mag de taak van deskundige voor de passagiersvaart, eerstehulpverlener en
persluchtmaskerdrager niet door één en dezelfde persoon worden waargenomen.
- Je bent schipper op een passagiersschip. Een bemanningslid wil ‘deskundige passagiersvaart’
worden. Welke eisen zijn er gesteld aan een dergelijke training?
- Tenminste 18 jaar oud
- Opleiding volgen bij erkende opleider
- Herhalingscursus volgen om de 5 jaar
- Op 7 april 2023 heeft een vrachtschip de spoorbrug aangevaren. De hoogte van de lading bleek
te hoog en kon niet onder de gesloten spoorbrug te Gouda door. Het schip vaart een
regelmatige dienst van Moerdijk naar Alphen aan de Rijn. Noem enkele argumenten wat deze
aanvaring zou hebben kunnen veroorzaakt. Bedenk dat de schipper ervaren was en hier elke
week twee keer langs komt. Brug is ca. 7.00m +NAP hoog. Tonnage 1937 ton | lengte 90 m |
breedte 10.50 m | Diepgang 3.00 m
- Container stond niet op de juiste plek aan boord. Deze high Cube container moest
meer naar het achterschip worden geplaatst.
- High Cube container is 2.70m hoog. Normale Container is 2.39m hoog.
- 3 HC x 2.70m = 8.10m
- 3 NC x 2.39m = 7.17m
- Waterstand van de Gouwe is verhoogd als gevolg van de regenval de dag ervoor.
Schipper heeft dit niet gecontroleerd.
- Schipper en bemanning vertrouwde te veel op de beladingsensoren, maar
controleerde kalibreerde dit niet.
- Onvoldoende ballast gezet
- Vermoeidheid
- Deze vraag gaat over een hotelpassagiersschip met meer dan 40 passagiers. Een passagier gaat
tegen de instructie in toch de machinekamer in. Een matroos ziet dat en reageer daarop. De
passagier klaagt bij de schipper, dat hij door de matroos onbeschoft is weggestuurd uit de
machinekamer. Geef aan hoe je hierop reageert.
- Passagiers en matroos bij elkaar roepen in bijvoorbeeld de stuurhut. Beiden hun
verhaal laten doen (hoor en wederhoor). Uitleg geven aan de passagiers wat de
verantwoordelijkheden zijn aan boord en waarom het verbod geldt. Uitleg geven aan
de matroos dat de ‘toon de muziek’ maakt.
- Als de passagier weg is. Matroos complimenteren op zijn oplettendheid.
- Je bent schipper op een passagiersschip met een capaciteit van 150 gasten. Een passagier
breekt zijn hand. Wat ga je doen?
- EHV-er naar de patiënt sturen. (eerste hulpverlener moet vervolgens RSP art. 5.05 aan
boord zijn en tenminste 17 jaar)
- Bevinding van de EHV-er afwachten
- Afhankelijk van de locatie: patiënt van boord laten halen en naar ziekenhuis of eerste
hulp post sturen voor verdere behandeling.
- Onderzoek naar oorzaak starten
- Incidente melding aan rederij/eigenaar.
- De beladingsmeter geeft een akoestisch alarm. Wat kan er aan de hand zijn?
- Je belading is niet goed. Bijvoorbeeld door – of opgeladen. Scheef over BB of SB.
- Handel direct. Stop het laten.
- Je moet een accu vervangen. Noem 3 punten waar je rekening mee moet houden.
- Stroom eraf halen, door hoofdschakelaar uit te zetten
- Voldoende ventileren
- Zorgen dat de contactpunten van de kabels elkaar niet raken of de massa niet raken.
- Op juiste wijze aansluiten van + en – polen
- Denk aan accuzuur, indien geen gel/dry batterij
- Trillen is zwaar dus eventueel met een takel/kraantje verplaatsen
- Afvoeren als chemisch bedrijfsafval
- Nieuwe accu opladen.
- Tegenwoordig worden het mechanisch vermogen van motoren niet meer in aantal Pk’s
(paardenkracht) uitgedrukt, maar in kW (Kilowatt). Hoeveel Pk is een motor met een
mechanisch vermogen van 1000 kW?
- 1 kW is 10.36 pk. (1 pk = 0.735 kW)
- Dus 1000 kW is 1000 x 1.36 pk = 1360 pk.
- Aan boord van je schip verloop het CVO (Certificaat van Onderzoek) over 1 maand. Wat moet
je doen om het te verlengen?
- Direct contact opnemen met eigen klassenbureau/keuringsinstantie om een werf om
het schip droog te zetten en schip te laten keuren.
- Alle certificaten aan boord nalopen die binnenkort verlopen (maak hiervan een
registratie/administratie)
- Uitstel van keuring is niet meer mogelijk, dus direct handelen. Eventueel tijdelijk CvO
aanvragen, indien mogelijk.
- Aan boord van elk schip zijn diverse certificaten aan boord met een beperkte geldigheidsduur.
Hoe kun je voorkomen dat deze certificaten onverhoopt toch verlopen? Noem drie
mogelijkheden.
- Voorin het certificatenboek een lijst met vervaldatums maken
- Digitaal systeem (software-systeem)
- Excel bestand maken met de vervaldatums.
- Waar vind je dat je met een motorschip containers met gevaarlijke stoffen mag laden?
- In het CvG (Certificaat van Goedkeuring). Staat in het ADN.
- Wat is ‘Averij-Grosse’?
- Averij-Grosse of General Average wil zeggen dat de kosten en verliezen die opzettelijk
gemaakt zijn ter redding van het schip, lading en overige vermogensbestanddelen,
worden omgeslagen over de diverse partijen die bij de genomen maatregelen direct
belang hebben gehad.
- In de machine kamer van een binnenvaartschip kunnen verschillende soorten afval worden
opgeslagen in metalen afsluitbare afvalbakken. Welke soorten zijn dit? Noem twee van de drie
soorten.
- Vet vervuilde doeken
- Klein Chemisch Afval (kCA) – bijv. spaarlampen en medicijnen
- Klein Gevaarlijk afval (kGA) – bijv. accuzuur, benzine, verfresten.
- Op het schip zijn reddingsboeien aanwezig. Je geeft de matroos opdracht om deze te
controleren. Wat moet de matroos aan de reddingsboeien controleren? Noem 4 controle
punten.
- Algehele staat – beschadigingen
- Gebruiksklaar – Niet vastgebonden aan schip
- Werplijn aanwezig
- Controle zelf ontbrandend licht (batterijen)
- Voldoende reddingsboeien aanwezig (minimaal 3 aan bood – ES-TRIN art. 13.08) Eén
nabij stuurhut, met zelf ontbrandend licht.
- Maak een korte checklist (3 punten) met aandachtspunten voor het onderhoud van een
boegschroef-installatie voor de matroos.
Dagelijks:
- Voldoende brandstof
- Lekkages (brandstof/bilge)
- Vetpot (zo nodig)
Periodiek:
- Carterolie verversen
- Filters verversen
- Brandblusinstallatie.
- Je matroos heeft een lekkende keerkoppeling geconstateerd en ruimt de olie op met een
poetsdoek. Wat vertel je je matroos hoe hij de poetsdoek moet opruimen.
- In verschillende metalen poetslappen emmers (schoon en vervuilde emmer)
- Veel schoonmaakmiddelen en verfsoorten kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid.
Organisch Psycho Syndroom (OPS) is nog steeds veel voorkomende beroepsziekte. Wat is de
oorzaak hiervan?
- OPS wordt ook wel schildersyndroom/ziekte genoemd. Dit komt door langdurig
inademen van oplosmiddelen die in de verf zit.
- Eén van de meertouwen is slecht aan het worden. Wat ga jij doen als schipper?
- Het touw direct vervangen
- Bekijken of het verkort kan worden, mits overige deel lang genoeg en goed genoeg is.
Dan kan het voor andere doeleinden, dan een meertouw wellicht gebruikt worden.
- Touw weer aanvullen (bestellen)
- Wat houdt de “Verklaring breeksterkte meertouwen en -draden” in?
- Dat het touw geschikt is voor het doel waarvoor het gebruikt wordt. In dit geval een
binnenvaartschip, ten behoeve van het afmeren van een schip / koppeltouwen etc.
- Regelmatig moeten de trossen aan boord gecontroleerd worden. Je geeft jouw matroos
opdracht dat te gaan doen. Welke instructie geef je hem?
- Je laat hem alle touwen aan boord controleren op de conditie van die touwen, zijn ze
gerafeld, beschadigd, tieren gebroken. Is er een keurmerk aanwezig? Certificaat
controleren wat aan boord is.
- Je vaart exploitatie A2 – S2. Wat houdt dit in?
- Exploitatie A2 wil zeggen:
- RSP art. 3.10 > A2 vaart van ten hoogste 18 uur, is de exploitatiewijze A2 geen vaart
tussen 23.00 en 05.00 uur. Afwijkende tijden toegestaan, mits goedwerkende
tachograaf aanwezig is.
- Uitrustingsniveau S2 houdt in het kort in : uitrusting van S1 en bovendien:
- Voor motorschepen, gekoppeld samenstellen: passagiersschepen en duwstellen een
vanuit de stuurstelling een bedienbare boegschroefinstallatie
- Duwstellen die geen boegschroefinstallatie hebben moeten een hydraulisch/elektrisch
aangedreven koppelingen hebben.
- Je vaart op de Waal in de afvaart. Achter jouw vaart een schip. Dit schip roept je op over de
marifoon (VHF kanaal 10): “Ich will Sie auf Ihrer Backbordseite überholen”.
- Wat betekent dit?
- Hoe antwoord je terug in het Duits?
Antwoord
- Dit betekent: “Ik wil u aan bakboord voorbijlopen”
- Mijn antwoord in het Duits is: “Einverstanden, überholen Sie an meiner
Backbordseite.”
- Noem twee onderdelen uit de Arbowet
- Risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E)
- Ziekteverzuimbeleid
- Bedrijfshulpverlening (BHV)
- Preventiemedewerker
- Voorlichting Arbobeleid door werkgever
- In de binnenvaart is het varen onder invloed van alcohol en drugs verboden. De grens voor
alcohol ligt bij 0.5 promille. Bij hoeveel glazen bier is deze grens al bereikt bij een gemiddelde
man?
- Bij twee glazen bier voor een man
- Tijdens de ploegwissel ruikt een collega naar alcohol. Wat doe je?
- Je meldt dit bij de kapitein en laadt hem een blaastest afnemen.
- Bemanningslid mag niet werken
- Je betrapt een bemanningslid op het gebruik van alcohol aan boord. Het beleid van de rederij
is dat dit niet is toegestaan. Welke 2 maatregelen neem je?
- Overleg met kantoor
- Bemanningslid wordt niet ingezet bij het werk aan dek/machinekamer
- Bemanningslid wordt direct vervangen.
- Waar let je op met boodschappen doen voor de volgende crew van de aflosbemanning.
Vaarschema is 7/7 ook wel 1 week op 1 week af.
- Voldoende voor 1 week
- Eventuele dieet wensen/eisen
- Vers als het kan
- Communiceren met de ploeg aan bood, wat extra nodig is.
- Hoeveel dagen kun je voedsel, nadat het bereid is geweest, maximaal veilig bewaren in de
koelkast?
- Maximaal 2 dagen.
- Wat is fumigeren van de lading? Hoe weet je dat het gebeurd is?
- Fumigeren van voedsel, producten en hout is er op gericht om snel en efficiënt insecten
en ongedierte te doden
- Wordt aangegeven met waarschuwingstekens/borden.
- Aan boord van een binnenvaartschip zijn documenten die vaak een beperkte geldigheid
hebben. Geef kort weer hoe je kun voorkomen dat de geldigheid onopgemerkt verloopt.
- Onderhoudsboek of digitaal (OMS/document management systeem) of in
Excel/agenda: registratie van alle documenten en verloopdatum.
- Instellen per verloopdatum (expiratiedatum) wanneer tevoren dit in gang gezet moet
worden (voormelding). Mogelijkheden tot combineren met werkbeurt noteren.
- Om de hoeveel jaar moet een meetbrief van een binnenvaartschip worden verlengd?
- Verlenging om de 10 jaar.
- Hoe lang moet je de bedrijfsadministratie en gegevens over onroerende zaken, zoals het schip
bewaren?
- Basisgegevens van je administratie 7 jaar. Gegevens over onroerende zaken, zoals het
schip 10 jaar.
- Je bent schipper van een vrachtschip 110m. Vandaag komt er een nieuwe matroos aan boord.
Op welke wijze motiveer je hem met het dragen van een reddingsvest?
- Het dragen van een reddingsvest is niet alleen verplicht, maar vergroot je kansen op
overleven indien je overboord valt. En dit gebeurt meestal niet bij mooi weer.
- Uitleggen dat er veel regels gelden aan boord, waaronder het dragen van het
reddingsvest.
- Vertel over de verantwoordelijkheden aan boord, wie is waar verantwoordelijk voor.
- Welke drie punten zijn belangrijk bij het bunkeren van smeerolie en gasolie?
- Aansluiten van de B.O.B. (Bunker Overvul Beveiliging)
- Afspraak maken over de hoeveelheid en de soort te laden vloeistof
- Controleer of de aansluiting op de vulpijp goed dicht is
- Zorg voor lappen/doeken om te gebruiken bij morsen
- Blijf aan dek tijdens het bunkeren en zorg voor goede communicatie met bunkersteiger.
- Wat is de functie van een veiligheidsplan voor een binnenvaartschip?
- Hierop staan alle reddingsmiddelen vermeld en waar deze zich bevinden aan boord.
Ook de verzamelplaatsen zijn hierop vermeld.
- Als schipper houd jij toezicht op het dragen van de reddingsvesten aan boord. In welke
situaties moet de matroos een reddingsvest dragen? Noem minimaal drie situaties.
- Bij werkzaamheden aan dek, als de railing lager is dan 90 cm
- Bij werkzaamheden buiten boord (verblijf in de bijboot)
- Bij aan- en afmeren.
- Noem 5 aspecten die van belang zijn voordat je een besloten ruimte betreedt.
- Voldoende zuurstof aanwezig is (20-21%) (zuurstof meten)
- Voldoende ventilatie en dat metingen continu worden uitgevoerd.
- Let op dat de gasconcentratie (%LEL) en toxiciteit (PPM) in de tank/ruimte gemeten is
en beneden de grenswaarde ligt. (LEL is Lower Explosive Level) ( PPM is Parts Per
Million)
- Draag juiste PBM’s. ( Persoonlijke Beschermings Middelen)
- Zorg dat een deckwacht aanwezig is bij de besloten ruimte.
- Ken de noodprocedure.
- Aan boord heb je een bijboot. Welke middelen moeten er aan boord van deze bijboot
aanwezig zijn?
- Roeiriemen
- Handhoosvat
- Meertouw.
- Je matroos gaat bezig met het onderhouden van roest in het gangboord. Hoe zorg je
voor zijn veiligheid? Benoem drie dingen.
- Hij moet PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen (reddingsvest, gehoorbeschermer,
werk(hand)schoenen)dragen).
- Veiligheidsbril gebruiken voor spattende roestdelen
- Maatregelen nemen dat de losse roest/verfresten niet in het water terecht komt.
- Tijdens dichte mist op de Waal komt het schip waar je op vaart in aanvaring met een
ander schip. Er ontstaat lekkage in het laadruim van jouw schip. Beschrijf kort welke handeling
jij zou uitvoeren als jij de schipper was?
- Overige bemanning roepen
- Bijboot klaar laten maken
- Opdracht geven om het laadruim te inspecteren
- Bij ernstige lekkage het schip tussen de kribben zetten
- Hulpdiensten oproepen, met de melding dat er alleen materiele schade is en het schip
tussen de kribben bij kmr. Xxx aan de linkeroever ligt.
- Overige scheepvaart waarschuwen om langzaam te passeren.
- Je vaart met je schip op het Hollandsch Diep. Je krijgt roeruitval. Wat doe je?
- Noodbesturing aanzetten. Boegschroef aanzetten; bemanning waarschuwen en
vragen te onderzoeken wat er aan de hand is.
- Zo nodig scheepvaart in de buurt informeren en veilige ligplaats zoeken door te meren
/ ankeren / spudpalen afhankelijk van de locatie.
- Monteur bellen, indien nodig.
- Je bent schipper op een motorschip en je wil spaarzaam en milieuvriendelijker gaan
werken. Je geeft je bemanning de opdracht om het afval te scheiden in huishoudelijk en
bedrijfsmatig afval. Benoem van iedere categorie twee soorten afval.
Bedrijfsmatig afval:
- Olie/bilgewater
- Lege verfblikken / oude kwasten
- Oude vriezer / koelkast
Huishoudelijk afval:
- GFT
- Plastic
- Papier.
- Wat regelt het CDNI of ook wel SAV genoemd?
- Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn en binnenvaart
ook wel scheepsafvalstoffenverdrag genoemd. Het gericht voorkomen als ook het
adequaat verzamelen, afgeven en innemen van scheepsbedrijfsafval.
- Aan boord van je schip gaat de matroos (motordrijver) de carterolie van de motoren
verversen. Wat controleer je voordat hij/zij kan beginnen? Welke milieueisen (verdrag) is/zijn
hier van toepassing?
- Veilige ligplaats, omdat de motoren niet beschikbaar zijn tijdens het verversen;
- Motoren beetje warm draaien;
- Voldoende materiaal aanwezig;
- Nieuwe olie; (juiste viscositeit)
- Filters en sleutel om filters los te maken;
- Afdichtingsringen;
- Schone lappen
- Lege vaten/tank waarin de oude olie opgeslagen kan worden;
- Na verversen:
- Controle afdichting filters
- Olie peilen
- Verwerken in onderhoudsadministratie;
- Oude olie en lappen afgeven bij olie afgiftestation/bilgeboot en laten afstempelen in
olie afgifteboekje (SAB). Volgens het scheepsafvalstoffenverdrag (SAV)
- Een leeg blik verf. Wat is dit voor soort afval en wat doe je ermee?
- Bedrijfsafval / klein chemisch afval.
- Een bemanningslid gaat de machinekamer verven. Welke instructie geef je aan het
bemanningslid over de keuze van het soort verf, zodat hij op den duur geen Organisch Psycho
Syndroom (OPS) oploopt?
- Geen verf meer gebruiken met organische oplosmiddelen
- Indien toch noodzakelijk dan persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruiken,
o.a. verfmasker
- Ventileren in de ruimte
Maak jouw eigen website met JouwWeb